Met een stapel studieboeken Middeleeuwse Geschiedenis ging ik de zomervakantie van 1981 in. Ik las over de machtsexpansie van Fulk Nerra (970-1040), graaf van Anjou, in ‘The Making of the Middle Ages’ van R.W. Southern. De Oxford don had oog voor iets buitengewoons, iets dat mij volstrekt overviel.
Southern vertelt hoe een meteoriet neerkwam in Fulk Nerra’s kasteeltuin. Ik dacht dat het hem om de inslag ging, maar nee. Terwijl de meteoriet zich in hun grasveld boorde, zaten de graaf en zijn vrouw gezellig bij het open raam bovenin het kasteel. Kijk, zei hij, zo leefde de adel van Anjou in de 11de eeuw.
O! Dus zó kon je je bronnen óók lezen! Niet voor de meteoriet, maar voor het privéleven!
Afbeelding: zegel van Fulk Nerra, graaf van Anjou.