Maandag 3 september 1979, 14:30 uur, in de subfaculteit geschiedenis, (toen) aan de Middelstegracht. Nóóit zal ik dat moment vergeten. Voorlichting voor de eerstejaars, over hoorcolleges en werkgroepen, mentoraat en disputen - ik kende die woorden niet of nauwelijks. In de kamer van de studiecoördinator trof ik een medestudente, die allerlei roostertechnische vragen wist te stellen. Waarover? Geen idee. Ik begreep haar vragen amper, en zag dus haar problemen al helemaal niet. Tien jaar later waren we samen in het Leidse stadhuis, om daar een heldere vraag van een eenduidig antwoord te voorzien: ‘Ja’.