Als Secretaris van het Leids Universiteits Fonds heb ik het voorrecht om mij door de hele universiteit te begeven. Mijn eerste stappen ‘binnen de muren’ zette ik al als kleuter. Een paar keer per jaar mocht ik mee met mijn vader (docent Kunstgeschiedenis) naar het Prentenkabinet, aan het Rapenburg 65. Prachtig vond ik het daar. De grote marmeren gang, het doolhof van ladekasten en bovenal: de tuin. In de herfst mochten wij zoveel kastanjes rapen als wij maar wilden.
Later is mijn vaders werkkamer verplaatst naar het Johan Huizinga-gebouw in de Doelensteeg, met uitzicht op de tuin van het Prentenkabinet. De keren dat ik - inmiddels studerend in Leiden - hem daar opzocht, refereerden we nog dikwijls aan het kastanjes rapen van vroeger en hoe leuk dat was.
Rapenburg 65 is geen universiteitsgebouw meer en mijn vader overleed enkele jaren geleden. De kastanjeboom, hemelsbreed zo’n 200 meter van mijn werkplek in het Alumnihuis, houdt de mooie herinnering levend.